In de wachtkamer vind ik een zenuwachtige jongeman. In mijn computer staat te lezen dat hij met een erectieprobleem komt. Licht schoorvoetend volgt hij me naar de spreekkamer wanneer hij aan de beurt is.
Een rode blos maakt snel plaats voor een glimlach wanneer ik aangeef dat hij vast liever met een grote snijwond was gekomen.
Ik nodig hem uit te gaan zitten en vraag hem zijn probleem toe te lichten.
Hij begint wat aarzelend te vertellen en al snel wordt het me duidelijk dat hij zich verdomd goed heeft ingelezen. Ofwel alles wat hij over het onderwerp kon vinden.
Het verbaast me enigszins dat hij het probleem ook heel open besproken heeft met vrienden, zijn vader en, uiteraard, zijn vriendin.
Gewoonlijk is het dan nu aan mij om navraag te doen naar het bestaan van een ochtend erectie of het stijf worden bij masturbatie, zodat ik de beste man gerust kan stellen dat er niets kapot is.
Maar dat heeft hij ook al in mijn huisarts-richtlijnen gelezen.
Ik vat de door hem beschreven cirkel van opwinding samen en besluit met: ‘when you are in your head, you are dead’.
Angst te falen. En daarmee komt er een grote hapering in de cirkel van opwinding..
Hij kijkt me aan en moet opnieuw glimlachen. “Ik denk te veel na hé? Hoe kom ik van dit probleem af?”
“Het vele nadenken? Of het erectie probleem?” Hij kijkt me even niet-begrijpend aan.
“Pieker je wel eens? Over dingen die je mee maakt, studie of zorgen over hoe iets verloopt?”, vraag ik.”Inclusief alle mogelijke doemscenario’s?”
“Ja, best wel..”
Even later verlaat de man mijn spreekkamer om binnenkort eens een gesprek te hebben met de praktijkondersteuner GGZ over piekeren, zelfbeeld en perfectionisme.
0 reacties